Op het strand van Jávea installeerden drie jonge Engelse stellen zich op strandbedjes en badlakens in onze nabijheid. De drie jongemannen vleiden hun badlakens op een buitengewoon strategische plek had ik al snel door. Achter hun vriendinnen lag namelijk een Spaanse schone die een nogal prettig uitzicht bood. Zo konden de drie ‘gezonnebrilde’ jongemannen perfect veinzen dat ze tijdens de geanimeerde conversaties met hun ‘meisjes’ deze ook aankeken terwijl ze van een heel ander uitzicht genoten. Geamuseerd sloeg ik het tafereel gade.
Nadat de Engelsen (in verschillende samenstellingen) na het halen van diverse eerdere versnaperingen bij de lokale strandtentjes (waarbij ik moet toegeven dat AM en ik ons in de tussentijd ook niet onbetuigd hadden gelaten voor wat betreft het verzorgen van de inwendige mens) luidruchtig giechelend terugkeerden met een Beachball setje, schrok ik op uit mijn namiddag roes.
Eén van de Engelse jongemannen (een lange bonenstaak die zo wit was dat hij bijna doorzichtig leek) nam het op tegen één van de jongedames. Doorspekt met Engelse humor en kwinkslagen over ‘missers’ van de tegenstander en ‘briljante’ acties van henzelf ontstond er een geanimeerd schouwspel. Totdat de bonenstaak alleen nog een handvat in zijn hand had. Enigszins verbaasd raapte hij de brokstukken van zijn ‘batje’ op van het zand. Bedremmeld deed hij nog een vergeefse poging het ‘batje’ weer in elkaar te zetten. En zoals alleen een Engelsman dat het beste kan uitdrukken sprak hij vervolgens de (voor mij) historische woorden:
“It was not made for eternity”.